KINDSOLDATEN, WIE ZIJN ZE ?
Kindsoldaten in Democratische Republiek van Congo
Kindsoldaten in Colombia
De kinderen hebben zich om allerlei reden bij de gewapende groeperingen ‘gevoegd’: moeilijke economische omstandigheden, huiselijk geweld, gebrek aan kansen, wraak, bedreigingen en gedwongen ronseling.
Ze hebben verschillende taken zoals: het doen van het huishouden, het fungeren als bode of informant, fabriekswerk, het plaatsen of detecteren van antipersoonsmijnen, gidsen of bewaken, seksslaaf voor de militaire leiders en het rekruteren van andere kinderen. Uiteindelijk worden ze bewapend en naar het front gestuurd en moeten ze ontvoeringen plegen.
De gemiddelde leeftijd van een kindsoldaat in Colombia is 13, en 30% van de kinderen zijn meisjes. Eén op de zes is van Afrikaanse of inheemse afkomst*.
*Bron: Unicef
Kindsoldaten in Sri Lanka
Families die in de oorlog afgesloten waren van elke vorm van inkomen, toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en voedsel moedigde hun kinderen aan om zich bij het LTTE aan te sluiten. Sommige kinderen waren zelfs blij dat ze de burgerrechten van hun gemeenschap konden verdedigen, dat ze zich tegelijkertijd konden onttrekken aan de beperkingen van hun kaste en, in het geval van vrouwen en jonge meisjes, dat ze konden ontsnappen aan de “inferieure” status van hun vrouw zijn.
Vanaf het begin van de oorlog zijn er echter ook kinderen met geweld geronseld om gebruikt te worden voor het uitvoeren van allerlei kleine dagelijkse klusjes. Toen de organisatie tegen het einde van de oorlog hun nederlaag zag naderen en het aantal strijders zag afnemen voelden ze zich genoodzaakt om hun rangen met kinderen en tieners aan te vullen. De enige mogelijkheid voor jonge meisjes om een gedwongen rekrutering te voorkomen was een gearrangeerd huwelijk. Getrouwde vrouwen moesten voor het huishouden zorgen.
Terwijl na 2009 in de rest van het land de oorlog vervaagd was tot niet meer dan een nare herinnering, bleven de oorlogswonden in het noorden nog een dagelijkse realiteit. Vooral de tussen de 45.000 en 90.000 (de cijfers verschillen nogal) vrouwen, oud strijders of weduwen, verdwenen volledig uit beeld. Ze hebben te kampen met ernstige lichamelijke problemen (verwond door een granaatinslag, amputatie,…) psychosociale problemen (gelieerd aan de gevolgen van de oorlog en het verlies van naasten) en met sociale uitsluiting. Ze zijn lange tijd bang geweest te worden gedood of gemarteld omdat ze deel uitmaakten van de rebellengroep. Tegenwoordig moeten ze werken om in de behoeften van hun gezin te kunnen voorzien. Maar hun werk leidt tot sociale uitsluiting, omdat tot nu toe traditioneel van vrouwen verwacht werd dat ze zich beperken tot het huishouden. Ze worden nu niet alleen geconfronteerd met de regeringsmacht, maar ook met het Tamil conservatisme.
Kindsoldaten in Oeganda
Er wordt geschat dat zo 60.000 kinderen (waarvan 1/3 meisjes) zijn ontvoerd in hun tuin, op school, op straat of in hun slaap. Het gevaar was zo groot dat de kinderen ‘nachtforenzen’ werden genoemd omdat ze s’nachts hun huis verlieten om in de stad Gulu beschermd door het regeringslerger te kunnen overnachten. Ze vonden hier onderdak in kerken, ziekenhuizen, onder winkelpuien,… om zo te voorkomen te worden verkracht, ontvoert of gedood. De rebellen konden een dorp op ieder moment van de dag of nacht aanvallen om zo een permanent gevoel van angst aan te wakkeren. Ze pleegden daarbij de meest verschikkelijke gruweldaden: moord, verminking, ontvoering van kinderen, verkrachting, brandstichting,… Als toppunt van perversie dwong de rebellengroep de kinderen vaak om een lid van hun familie of gemeenschap te doden. Op die manier maakten ze er oorlogsmachines van, klaar voor alles.
Totaal overweldigd door hun aantal, ontvingen de meeste kinderen slechts een paar weken psychologische steun in door de regering en enkele NGO’s opgezette revalidatiecentra. De terugkeer van deze oorlogsveteranen was een enorme, vaak onmogelijke opgave. Sommige families konden hun eigen kinderen vergeven, maar voor anderen was het lijden, de bitterheid en de angst om met een ‘moordenaar’ samen te leven te groot. Ex-kindsoldaten worden nog steeds nagewezen (net als hun kinderen). Gestigmatiseerd, ze hebben de facto niet dezelfde kansen: weigering van een baan, verzet tegen een huwelijk, … Bovendien zijn velen van hen besmet met het HIV / AIDS-virus en hun gebrek aan scholen vernietigde hun vooruitzichten voor de toekomst.